“Voel ik daar een voetje? Of is het een kleine elleboog? Er is beweging in mijn buik en dat voelt levendig. Het kindje nodigt me uit er stil bij aanwezig te zijn.” Dit schrijf ik in december 1999 in mijn dagboek. Ik ben in verwachting, net als Maria 2000 jaar geleden. Ik herinner me dat ik in die tijd in diep contact met mijn lichaam ben en me verbonden voel met deze ‘oermoeder’. En of ik het wil of niet, bij de bevalling kan ik niet anders dan me overgeven aan de natuurkrachten die mijn bekken doen openen. Ik ervaar het als de ultieme vorm van incarnatie, voor zowel moeder als kind.
Een lichaam zijn
In het woordenboek staat dat incarnatie letterlijk ‘vlees worden’ betekent. Maar ook, het aannemen van een menselijk lichaam door een menselijke ziel.
Tegenwoordig zie ik incarnatie meer als een ontwikkelingsweg die we allemaal kunnen gaan. Het begint allemaal met dat je als ziel bent geïncarneerd in een fysiek lichaam. Je zou kunnen zeggen dat je als baby een lichaam bént. Je behoeftes zijn heel basaal: eten, drinken, slapen, maar ook warmte en koestering. Er is nog geen bewustzijn op het hébben van een lichaam. Dat komt later pas. Daar is ontwikkeling voor nodig.
Voelen en aanvaarden
Als kind en jongere heb ik veel gesport en gedanst. Mijn lichaam werkte goed en dat voelde onbezorgd. Bij elke crisis die ik later heb doorgemaakt, is er iets veranderd in mijn lichaam. Het is mijn gang door het leven, met meer lichaamsbewustzijn en zelfkennis als resultaat. Toen ik jaren geleden langdurig ziek was, schreef ik in mijn dagboek: “Ik heb een paar oefeningen gedaan en bemerk weer enig contact met mijn lichaam. Ik voel beter hoe het met me is: “Ok, zo is het nu.”” Stap voor stap leer ik van daaruit te leven, in plaats van uit beelden en gedachten hoe het zou moeten zijn of hoe ik zou willen dat het is.
Meer lichaamsbewustzijn zorgt ervoor dat je alle veranderingen in je fysieke en mentale toestand van een afstandje volgt, met alle gevoelens die daarbij horen van pijn en genot, kracht en weerloosheid. Je keurt de veranderingen niet af, je blijft een benieuwde toeschouwer.
Verdiept spoor
Incarneren betekent dieper in je lichaam komen. Het helpt om de realiteit aan te kijken. De toekomst is er nog niet en het verleden is geweest. Er is alleen het moment NU. In je lichaam zijn geeft je dus verbinding met de dagelijkse werkelijkheid (de horizontale as), maar helpt je ook open te gaan voor het spirituele, geestelijke (de verticale as). In de hartstreek komen beide samen. Het is een poort waar soms veel ballast voor ligt, maar waarachter het stiller is. De stilte van het hart, de ruimte waar liefde, vrede en mededogen huizen. Sinds onze geboorte verlangen we ernaar terug.
Zo ervaar ik de weg van het lichaam als een verdiept spoor in mijn leven.
“Wij westerlingen zijn vervreemd geraakt van ons lichaam door onze cultuur en hebben er des te meer behoefte aan om de weg van het lichaam te gaan (..) Alle spanningen die we niet verwerkt hebben, komen we in ons lichaam tegen. En door middel van de lichaamshouding kunnen we ons bewust worden van wat in ons aanwezig is, wat we nog niet verwerkt hebben. Daarom is een juiste lichaamshouding bij meditatie een uitnodiging om in harmonie te komen met God, om in een overgave-houding naar God te komen.” (Jeroen Witkam, zenmeester en voormalig trappisten-abt)
Hoe gaat incarneren
Alle ervaringen van het leven voel je direct in je lichaam. Maar incarneren behelst meer. Het is niet alleen ‘ik voel dat ik een arm heb’. Het gaat over indalen ín de ervaring: fijnzinnig alle details in en om je arm opmerken. Je bent je bewust hoe je arm hangt of bijvoorbeeld dat je van je hand onbewust een vuist maakt. Deze opmerkzaamheid trekt je aandacht naar binnen, doet je ontspannen ademen tot in diep in je buik.
Als je de signalen van je lichaam niet serieus neemt, kan je schade aan jezelf berokkenen. Incarnatie is dan een pijnlijk proces. Twintig jaar geleden raakte ik burn-out doordat mijn jongste anderhalf jaar lang ’s nachts heeft gehuild. Door uiteindelijk mijn hoofd te buigen voor deze realiteit kon ik de toestand van mijn lijf aanvaarden. Ik kwam uit bij mijn geloof en ontdekte de gedragen Stilte achter alles. Benedictus kruiste mijn pad, zo ook de monniken van abdij Sion (nu Schiermonnikoog) en later ontstond de warme samenwerking met klooster Huissen. Zo opende zich een deur naar een diepere laag in mij: mijn natuurlijke verbinding met het spirituele, het bezielde, de glinstering in alles.
Wat is helpend
“In onze technocratische en verstedelijkte maatschappij heeft de moderne mens steeds meer het contact met het eigen lichaam verloren. Het lichaam is voor invoelen, beleven en ervaren een vreemd voorwerp geworden waarmee men vaak geen raad weet. Het opvallende nu van de mystieke stromingen zowel binnen het hindoeïsme als het boeddhisme, is juist dat zij met het lichaam beginnen.” Witkam in ‘Het geopende oog’
Door de jaren heen heb ik mijn eigen handvatten gevonden om tot meer lichaams- en eenheidsbewustzijn te komen. Diverse richtingen inspireren me daarin.
* Pranayama
Ademoefeningen uit de yogatraditie waardoor je voller gaat ademen. Je hele lichaam doet mee in de ademhaling, zodat er meer zuurstof in je bloed komt. Dit heeft een vitaliserend effect.
Mijn eigen ervaring: door alleen al elke uitademing te verlengen naar 6 of 7 tellen en daarna te wachten tot de inademing zich aandient, verlegt mijn aandacht zich als vanzelf naar binnen. Dat werkt krachtig in op mijn meditatie en mijn dagelijkse leven daarna.
* Yin yoga
Een meditatieve vorm van yoga waarbij houdingen, goed ondersteund, meerdere minuten worden aangehouden. Doordat het inwerkt op dieperliggende weefsels in je, kunnen lichaam en geest meer en meer ontspanning vinden en zo vitaliseren.
Mijn eigen ervaring: alleen al door zittend op de grond in een voorovergebogen houding te liggen, kan ik mijn aandacht verleggen naar de plekken die gespannen aanvoelen. Er is tijd om daar met mijn adem dichterbij te komen en de strakheid toe te laten. Als ik daarna weer recht over eind kom, ervaar ik meer ruimte.
* Loopmeditatie van de Vietnamese monnik Thich Nhat Hanh
Een manier van wandelen waarbij je je voeten een voor een bewust neerzet, je zintuigen openen zich en je ziet wat je ziet en hoort wat je hoort. Je laat je gedachten wegwaaien en brengt de aandacht steeds terug naar je adem.
Mijn eigen ervaring: terwijl ik lopend mijn voeten rustig afwikkel, laat ik de omgeving op me inwerken. Ik ontdek dat de bladeren van de rode beuk groen zijn aan de onderkant. Iets wat me nog nooit is opgevallen. Blij als een kind voel ik me verbonden met alles en iedereen om me heen.
Welkom thuis
Ontwikkeling via het lichaam noem ik dus incarneren: je dieper verbonden weten met je lichaam. Door het beoefenen van verschillende vormen van lichaamswerk ga je het lichaam bewust bewonen, waardoor de authentieke, bezielde mens in jou ruimte krijgt. Los van hoe het in je dagelijks leven met je gaat, ben je dan thuis in jezelf en uitstralend in je bestaan.
Meditatie ‘Naar het innerlijk licht’
Deze blog is een bewerking van een eerdere blog, voor de Adventtijd 2021 geschreven in opdracht van Klooster Huissen.