Je bent, je blijft

Mijn allereerste blog uit 2013 over Allerzielen en nog steeds actueel

Begin november, Allerzielen. Op veel plekken worden gedenkmuziek, gesprek en rituelen aangeboden om stil te staan bij onze overledenen. Was vroeger de dood iets waar je niet over praatte, nu is dit thema veelvuldig in de media en word je uitgenodigd na te denken over je levenseinde. Zoals tijdens de tentoonstelling “De dood leeft” in het Tropenmuseum. Of zoals in een retraite waar ik eens aan deelnam, waar we werden gevraagd om op een begraafplaats te gaan liggen, naast de doden, gewoon om te kijken wat dat teweegbrengt. Veel, kan ik je zeggen. Er is geen ontkomen meer aan: de dood hoort bij het leven en het is iets dat ons allemaal bezighoudt.

Door de dode een plaats te geven, zeg je: je bent, je was en je blijft. Aan deze uitspraak van kunstenaar Krien Clevis moest ik denken op de gedenkavond ‘Levende Namen’ op begraafplaats Lochem. Mensen kunnen hier hun gedachten en gevoelens vormgeven. Verscheidene rituelen geven de mogelijkheid samen te uiten wat er leeft in het hart van hun gedachten. En dat blijkt van alles te zijn: pijn om het gemis, warme gevoelens, goede herinneringen.

Als vrijwilliger sta ik bij de lichtbollen: plastic bollen met een elektrisch lichtje erin die op het strooiveld of bij een graf gelegd werden. Ik geef zo’n lichtbol aan een kleine jongen. “Die ga ik bij opa neerleggen”, zegt hij, alsof opa ‘alive and kicking’ verderop op hem wacht. Opa is nog steeds en opa blijft. In een andere dimensie, maar toch, hij blijft. Deel uitmakend van ons hart, van ons leven.

Inspiratie voor juni

Energetisch gezien is dit het hoogtepunt van het jaar. De energie is op haar maximum. Dat geeft vaak een heel goed gevoel, maar houdt wel het gevaar in dat je blijft doordraven. Waak voor hoogmoedig gedrag. Matig je inzet op tijd. Dat zijn de regels van het omgaan met een hoogtepunt.


Ga zorgvuldig na in welke relaties en situaties geen leven meer zit en welke dus eigenlijk in verval zijn. Dit vraagt een waarheidlievende en krachtige inzet, zo vlak voor de vakantieperiode.

Misschien is het nodig om afscheid te nemen om je geest weer vrij te maken. Dan kunnen er in deze tijd nieuwe creatieve impulsen opkomen, die pas na de zomer vorm krijgen. Geniet van deze inspiratie van de vrije geest.

(uit: Leven en werken in het ritme van de seizoenen, Jaap Voigt)

 

De weg is je bestemming

Ga je skiën? Dat is de vraag die ik voorafgaand aan een sneeuwvakantie het meeste krijg. Als ik dan antwoord dat we gaan wandelen, blijkt dat soms een teleurgestelde reactie te geven. Ook mijn hoogbejaarde vader, vroeger een fervente langlaufer, vond het maar niks dat we ‘alleen maar’ gingen wandelen.

Diamantjes

Deze vakantie heb ik het verschil ervaren tussen doelgericht sporten zoals skiën en mijn manier van wandelen: Vele momenten stoppen om de prachtige besneeuwde natuur op me in te laten werken; de koude vrieslucht bevriest soms een beetje mijn neusharen; de zon zorgt in de toplaag van de sneeuw voor een spektakel op mijn netvlies van duizenden glinsterende ‘diamantjes’; het stappen door de diepe sneeuw vraagt een flinke inspanning wat ik merk aan mijn verdiepte ademhaling.

Natuurlijk wandelen we ergens naar toe, maar dat gebruik ik meer voor het gaan in de juiste richting, dan dat ik tevredenheid ontleen aan het aantal kilometers of de tijd die we onderweg zijn. Ook ben ik niet bezig met ‘het waarom’ van de dingen. Nee, een gevoel van welbehagen ontstaat juist door al die ervaringen in de natuur. Ik ga er geheel en al in op.

Blijven

Op een van mijn wandelingen, vlak bij een klooster, zie ik een prachtig beeldje. Het is een ranke gestalte en eronder staat de tekst ‘der weg ist das ziel’. De figuur wijst met beide armen in de richting waarin ik loop. Het voelt als een reminder, een boodschap: stop met zoeken en het leven naar je handzetten, ontspan maar op je pad, hier ben ik. De kloosterwaarde Stabilitas gaat hier ook over: blijven op mijn pad. Niet weer een nieuw idee volgen, niet wegdrijven, maar het doorzien van het ‘gebabbel’ van mijn persoonlijkheid. Het ego wil namelijk het liefste weg bij alles wat niet comfortabel is en gaat repeterend denken, moeten en streven. Dat is hard werken en kost veel energie. Vol vertrouwen en geduldig volhouden,
dat vraagt Stabilitas van mij.

Beleven

Thuisgekomen lees ik op internet dat de tekst wordt toegeschreven aan Confucius, een Chinees filosoof (551 v. C). De weg zelf is je bestemming, luidt de uitspraak eigenlijk. De vertaling in ‘bestemming’ roept meer diepte op dan het woord ‘doel’. Ja inderdaad, tijdens die wandelingen ervaar ik mijn bestemming. En die klinkt als: het eenvoudig beleven van dat wat er is. Wát dat dan ook is: angstig zijn tijdens een afdaling, gelukzaligheid, kilte, enzovoort. Zonder onderscheid laat ik de dingen door mij heen gaan en hecht me er niet aan.

Het goede

Ik denk terug aan de colleges ‘Natuurmystiek van Thomas Merton’ door Kick Bras. Cisterciënzer monnik Thomas werd geïnspireerd door de natuur (zijn ware ik vond hij als hij keek naar de vogels) en ook door het Confucianisme met het daarbij horende begrip Wu Wei. Dit begrip betekent volgens hem: “Niet-doen, niet-handelen, niet uitzien naar resultaten en je bezighouden met het bewust uitstippelen van plannen of met opzettelijk georganiseerde pogingen.” Hij schrijft hierover: ”Als iemand in harmonie is (…) dan komt het antwoord vanzelf en wel op het moment waarop gehandeld moet worden, en dan handelt men niet volgens een menselijk en zelfbewust patroon, maar volgens de goddelijke en spontane modus van het Wu Wei (…), de bron van al het goede.”* Bras voegt daaraan toe: ”Het gaat over het leven vanuit Wu Wei. Leg dus geen claim op het leven, volg het waaien van de goddelijke geest.’

Aanwezig zijn

Na mijn vakantie triggert de dynamiek van het dagelijks leven het doelgericht bezig zijn. Ongemerkt geeft dat spanning, zowel mentaal als in mijn schouders. De foto van het beeldje en de tekst staan voor me op mijn bureau als her-in-nering. Het leven vraagt van mij dat ik al lopend in Stabilitas mag zijn. Aanwezig zijn in het moment. Telkens nieuw opengaan. In het vertrouwen dat wat dan ontstaat, het goede is.

Ik zie in je ogen een lichtje

Ik zie in je ogen een lichtje
dat fonkelt en straalt nou en hoe
ik schrijf nu voor jou dit gedichtje
en doe dan je oogjes maar toe

ik heb in het donker gelopen
maar steeds door jouw lichies geleid
want of ze nou dicht zijn of open
die lichies die zie ik altijd                               ‘Lichtjes’ van Toon Hermans

“Zou ik het nog kunnen?” vraagt mijn 92-jarige vader die herstelt van een beenbreuk en nu grieperig is. Nadat ik een paar gedichtjes aan hem heb voorgelezen, neemt hij de gedichtenbundel van Toon van me over. Hij bladert wat door het boek en kiest het gedicht ‘Lichtjes’. En ja, hij kan het nog. De expressie die ik zo goed van hem ken, vooral bij het voorlezen van gedichten, die is er nog steeds. Zijn lichaamstaal is subtiel en zijn stem heeft minder volume. Maar ik zit dichtbij, dus maakt dat allemaal niet uit. Aan het einde kijken we elkaar aan en grinniken over de dichtkunst van deze woordkunstenaar.

Wat hou ik ervan als deze liefde ontstaat tussen ons. Een moment van goud. “Ik wil wel weer naar bed”, zegt mijn vader, “ik ben moe”. Hij is nog niet de oude, maar gelukkig heb ik zijn lichtje even kunnen voelen. We waren allebei zo echt. Zo ín wat wezenlijk is, met kinderlijk plezier. En alles om ons heen viel even weg.

Deelnemers aan mijn retraites en bezinningsdagen kennen die gouden momenten ook.  Waar alles samenvalt en je in vrede bent. Om dàt te kunnen ervaren ‘je licht, je ziel, God, de Ene, Liefde of grenzeloos bewustzijn’, is het nodig dat je persoonlijkheid even wijkt. Dus even geen willen, moeten en streven. Zo’n (ver)licht moment is echter niet te fixen. Wèl kan je eraan meewerken dat het spontaan ontstaat. Denk bijvoorbeeld aan:
1.     Zet muziek op (bv Bodyjazz van Gabrielle Roth): maak contact met je voeten op de grond, luister naar wat er in je in beweging wil komen en volg dat;
2.     Ga naar buiten: maak contact met je voeten op de aarde, adem een paar keer diep in en uit. Loop bewust stap voor stap. Stop steeds even en vraag je af: wat ruik ik, wat zie ik, wat hoor ik, wat proef ik, wat voel ik. Laat je verrassen als een kind dat net buiten is.
3.     Leg je hand midden op je buik: ervaar de beweging van je buikwand bij elke in- en uitademing. Als je afgeleid raakt, keer met je aandacht terug naar de ervaring.
4.     Gewoon even stil worden kan natuurlijk ook …….

Ik wens je van harte liefdevolle feestdagen en een ver-licht nieuwjaar.

Joyce

Het leven schittert in al haar facetten

Op een zaterdagochtend heb ik tijd voor een wandeling. Mijn man ligt al twee weken ziek in bed en ik kan er even tussenuit. Ik loop het dorp uit en ontmoet iemand die ik ken. Hij informeert hoe het gaat. Ik vertel dat het nog niet goed gaat en dat we zorgen hebben over de situatie. Hij begint meteen enthousiast te vertellen over “dat we deze hele situatie in perspectief moeten zien van andere epidemieën. En dat het dus helemaal niet zo erg is als we denken.” Ik weet van ontzetting niets te zeggen. Babbel nog wat met hem, en loop verder.

Ik merk dat het in mijn hoofd te keer gaat over hoe slecht hij de situatie aanvoelt en dat hij helemaal geen interesse toont. Ik sta even stil en voel dan hoe boos ik ben. Niet zomaar boos: er raast een orkaan in me! Het gaat helemaal niet meer over wat mijn kennis nou wel of niet zei. Het gaat over deze hele Corona-situatiedie mijn leven overhoopgooit. De man is eigenlijk niet meer dan een trigger van deze frustratie. Buiten het dorp waar ik dan wandel, ben ik de enige ziel. Mijn looptempo gaat omhoog, net als mijn hartslag. De storm in me kan in al zijn kracht uitrazen. 

Op het bankje dat ik tegenkom, ga ik zitten en kom enigszins tot rust. Ik kijk voor me uit. En opeens realiseer ik me waar ik ben. Ik zie de waterhoentjes snel het water opzoeken, de ganzen lopen gakkend weg en een blauwe reiger vliegt met trage vleugelslag op. Daar op mezelf, met mijn ogen geopend voor de natuur om me heen, zoekt mijn adem weer een rustig tempo. Ik kom tot het besef dat ik in een situatie zit waar ik in mijn eentje he-le-maal niets aan kan veranderen. Ik open mijn handen en voel diep van binnen dat ‘niet mijn wil, maar uw wil geschiede’. 

Toen psycholoog Lidwien Cornelissens voor Trouw (2014) werd geïnterviewd, zei ze hier hetvolgende over: Hetmeest troostende van het leven vind ik de realiteit. Die kan ik niet veranderen. Zoals in een rolstoel met mijn blindengeleidehond Freek op de bus wachten. Om vervolgens een buschauffeur te treffen die weigert de rolstoelplank uit te leggen. Mijzelf ook aan díe realiteit overgeven, dat het is wat het is, is het allermoeilijkste en het allermooiste. Want op die bodem van realiteit, schittert het leven in al haar facetten.”

Tot dan toe ben ik druk geweest om deze oncontroleerbaarheid van het leven te managen. Als ik mijn hoofd buig, besef ik hoe onmachtig ik in dit alles ben. Het razen en tieren stopt en ik kom in contact met wat het leven me geeft: de schoonheid van de natuur, maar ook pijn, verdriet en verlangen.

Er zijn dus dingen, eigenlijk veel meer dan wij denken, waar we helemaal niets aan kunnen doen. Krachten waar we geen invloed op hebben. Dat vraagt iets anders dan ertegen vechten, vluchten in verslavende patronen of mopperen en somberen. Dat vraagt juist toegeven en meebewegen met het leven. In de wetenschap dat je niet meer kan doen dan je hebt gedaan. In het vertrouwen dat wat er gebeurt, je kan dragen. En dat er hulp is als je op die ‘bodem van de realiteit’ bent. Van Moeder aarde, van je Essentie of Bron, van de Onkenbare of God. Of, van een kennis….  

Het oor van je hart

Mijn zoon staat op het punt uit huis te gaan. Hij wil begeleid gaan wonen. In een open gesprek zag ik kans te vragen naar zijn drijfveren. Waar zou hij eigenlijk naar verlangen? Ik was oprecht benieuwd omdat hij toch ook vaak nog mijn zorg en hulp nodig heeft. En nu wil hij onder mijn vleugels vandaan? Zijn antwoord zag ik niet aankomen…. Dat hij veel minder gestoord wil worden, dat hij op een vast tijdstip wil eten, dat zijn papieren soms opeens op een ander plekje liggen en dat hij ze dan niet kan vinden… Dingen waar hij zich blijkbaar al langer aan stoorde. Au, zei mijn hart.

Ja-maren

Ik realiseerde me op dat moment heel goed dat hij openhartig sprak en in het vertrouwen dat ik met aandacht luisterde. Dat moest ik niet kapot maken door mijn neiging om te gaan argumenteren en te gaan ‘ja-maren’. En tegelijkertijd voelde ik die pijn in mijn hart. Ik voelde me niet gezien: wat heb ik allemaal niet voor je gedaan? Ik verlangde naar erkenning, gezien worden en bevestiging van hem.

“Benedictus zegt ergens: neig het oor van je hart…… ja, dat gebeurt niet in je hoofd of in de gevoeligheid van je emoties. Het zit veel dieper. Toen ik van binnenuit leerde luiste­ren, contemplatief luisteren… ineens zag ik in de diepte van dat verlangen naar gene­gen­heid: dat ís één en al liefde.” Zr. Lieve, abdij Koningsoord

Gemis

Maar er was niet alleen pijn. De gevoelens die opborrelden uit mijn hart, wisselden zich af. Zo voelde ik ook blijheid. Dat we hem voldoende basis hebben gegeven dat hij zo’n stap op zijn 18e durft te zetten, ondanks zijn beperkingen. Ik wist intuïtief: het is nu zaak bij deze innerlijke dynamiek te blijven zonder er verder woorden aan te geven. Ik zuchtte eens en 

ademde door mijn verdriet heen, door mijn gemis aan erkenning wat ik als kind heb ervaren. Dat gaf ruimte tussen ons merkte ik, waardoor mijn genegenheid weer tevoorschijn kwam.

Oefening Neig het oor van je hart

Je openen voor je hart betekent waarachtig zijn: jezelf precies beluisteren, met alles erop en eraan, zonder iets te negeren. Je kunt dit oefenen. Handig is om dit ‘droog’ te oefenen als je alleen bent. Ga er even voor zitten en volg rustig een voor een deze zeven stappen:

  1. Neig/Buig je hoofd naar je hart;
  2. Merk op wat er daar allemaal omgaat aan gevoelens;
  3. Blijf aanwezig bij wat er in je leeft. Laat het er zijn;
  4. Adem daarin door, betrek je hele lijf;
  5. Vraag jezelf af welk diep verlangen er verborgen is onder deze gevoelens;
  6. Zeg daar ‘ik’ tegen: ‘dit is mijn verlangen’;
  7. Open jezelf voor wat er dan vanuit ‘het niets’ ontstaat.

”Ik liep niet langer te redeneren omtrent mijn gevoelens. Ik gaf geen commentaar meer, ik liet de gewaarwording van het verlan­gen helemaal in mij toe. Ik keek enkel toe en… ja, ik ervoer één en al dynamiek, onvoor­stelbaar krachtig.” Zr. Lieve, abdij Koningsoord

Behoeden voor pijn

Het is ondertussen een paar dagen geleden dat ik het gesprek had met mijn zoon. Wat hij toen benoemde, hoort natuurlijk óok bij het proces als kinderen zich losweken van hun ouders. Maar er speelt tussen ons ook nog iets anders: een ingewikkeld gegeven waarbij ik soms ‘hard ga werken’ en mijn ‘best doen’ om het leven voor hem te vergemakkelijken. Met als doel hem te behoeden voor de pijn van het leven. En ondanks dat, blijkt toch: ik heb niet alles kunnen doen om hem hiertegen te beschermen. Een menselijk gegeven, realiseer ik me, en dat stemt me mild.

Wijsheid die dieper ligt

Met het oor van je hart luisteren betekent niet alleen bij je gevoelens stilstaan. Het betekent ook openstaan voor een wijsheid die dieper ligt, die we niet kunnen grijpen, maar alleen kunnen ontvangen. Zo kan er iets ontstaan wat je niet verwacht.

In mij welt dankbaarheid op: over wie mijn zoon is, over ons samen, en over de liefde die ontstaat als ik met het oor van mijn hart luister. 

De citaten komen uit ‘Voorbij het denken, de spiritualiteit van een trappistin’. Een interview met zr. Lieve (Koningsoord, Arnhem) door Martin Hoondert, 2006.

28-31 mei Retraite Naar de stilte van je hart olv Joyce Lakwijk, klooster Huissen

Vergeet de woorden

Toen ik meer dan tien jaar geleden voor het eerst in abdij Sion kwam (Diepenveen) en de Cisterciënzer abt ontmoette, was dit de strekking van de woorden die hij me meegaf voor de gebedsdiensten. En hij voegde er nog iets aan toe: ga het maar ervaren. Ik krabbelde net omhoog uit een burn-out en kon nog niet veel prikkels hebben, laat staan de vele woorden waaruit de psalmen zijn opgebouwd. De gebedenboeken liet ik daarom onaangeraakt en focuste me op wat ik ervoer: trillingen van het gezang van de monniken, het voortdurend diep buigen, staan en weer gaan zitten en de ruimte van de stilte. Het raakte een diepe snaar van thuiskomen in me.

Eigen retraite

Nu was ik deze zomer voor een eigen retraite te gast bij deze monniken die ondertussen op Schiermonnikoog wonen. Zij komen zevenmaal per dag naar de kapel om God toe te zingen; soms in een korte gebedsdienst van 10 minuten, soms een samenzijn van 45 minuten inclusief stille tijd.

Mijn dagen deelde ik in rondom vier gebedsdiensten, een passend ritme voor mij. Ook dat is iets dat ik van hen heb geleerd: je moet niet te veel van jezelf vragen, het moet je passen en dan kan je het volhouden.

Vertrouwen in de werking

Ondertussen besef ik dat het niet zo zeer gaat over ‘begrijpen’ van de woorden, maar veel meer gaat over het hebben van vertrouwen in de werking die ervan uitgaat. Er zijn namelijk altijd wel een of meerdere woorden die bij me binnenkomen. Of een moment van samenzang in de diepte van hun stemmen die mijn ziel raakt. Je weet nooit tevoren of, hoe en wat er raakt. Het vraagt alleen steeds opnieuw aanwezig zijn: gedachten laten voor wat ze zijn en jezelf terugbrengen naar de adembeweging, naar het monnikengezang en naar het steeds opnieuw buigen aan het einde van elk psalm.

Moeite-loos

Door de jaren heen ben ik me bewust geworden dat hoe meer ik dit ‘ervaren’ toelaat, hoe meer het leven zich aan mij ontvouwt. Moeite-loos. Waar ik ben, ben ik en wat er dan gebeurt, gebeurt. Heb ik hulp nodig, staat er nèt een deur open. Als ik spontaan even een hand op een arm van een collega leg, blijkt zij nèt behoefte te hebben aan aandacht. Het voelt als aangesloten op een natuurlijke levensstroom. Een ‘flow’ die door mij heen komt en die alles omvat. Er is geen goed of niet goed. Het is zoals het is.

‘Gewoon’ zijn

Op zo’n persoonlijke retraite helpt een focus: ik trek die dagen met mezelf op, volg vier gebedsdiensten, ga de natuur in en studeer. Deze dagen ben ik nog preciezer aangesloten op mijn innerlijke kompas: ik zit op dat ene bankje dat tijdens mijn wandeling verschijnt en creëer spontaan iets met wat ik op het strand vind. Ik slaap, eet, lees, schilder, dool rond in de intens-roze bloeiende kwelders en voel ontzag voor de naderende, paarszwarte onweerswolken. Even geen specifieke pet op, maar ‘gewoon’ Joyce-zijn. Mezelf dat herinneren geeft rust en ruimte.

Kracht van de natuur

Op Schiermonnikoog is de wilde natuur volop aanwezig. Oerkrachten zijn dichtbij. Op het lege strand maak ik deel uit van een onmetelijke ruimte en dringen de elementen zich aan me op. Een yogales met windkracht 5 en regen doen mij één worden met alles en iedereen. Nat tot op mijn huid en met het zand in haren en kleding, voel ik me geen toeschouwer meer, maar maak deel uit van de (goddelijke) kracht van de natuur.

Met alles erop en eraan

En natuurlijk is het eiland in de zomer drukbezocht. Als ik een spontaan gesprekje heb met een vrouw en een beetje over klaag over de drukte en het geluid soms, vertrouwt ze me toe dat “als je houdt van mensen, drukte geen probleem is”. Deze wijze opmerking schudt me wakker en ik realiseer me dat ik eigenlijk erg houd van mensen en hun eigen-aard-igheden. En vanaf dat moment wordt mijn retraite een inclusieve ervaring met alles erop en eraan. En draag ik de stilte in me mee.

Eenvoudig

Soms waren er bij een gebedsdienst maar twee monniken en liep de samenzang niet synchroon. Maar wij mensen hebben gelukkig een keuze die niets kost. De keuze om open te zijn en ons toe te vertrouwen aan hóe het leven ook komt. Het leven leeft dan zo eenvoudig.

Dus, vergeet even de woorden. Ervaar maar.