Ga je skiën? Dat is de vraag die ik voorafgaand aan een sneeuwvakantie het meeste krijg. Als ik dan antwoord dat we gaan wandelen, blijkt dat soms een teleurgestelde reactie te geven. Ook mijn hoogbejaarde vader, vroeger een fervente langlaufer, vond het maar niks dat we ‘alleen maar’ gingen wandelen.
Diamantjes
Deze vakantie heb ik het verschil ervaren tussen doelgericht sporten zoals skiën en mijn manier van wandelen: Vele momenten stoppen om de prachtige besneeuwde natuur op me in te laten werken; de koude vrieslucht bevriest soms een beetje mijn neusharen; de zon zorgt in de toplaag van de sneeuw voor een spektakel op mijn netvlies van duizenden glinsterende ‘diamantjes’; het stappen door de diepe sneeuw vraagt een flinke inspanning wat ik merk aan mijn verdiepte ademhaling.
Natuurlijk wandelen we ergens naar toe, maar dat gebruik ik meer voor het gaan in de juiste richting, dan dat ik tevredenheid ontleen aan het aantal kilometers of de tijd die we onderweg zijn. Ook ben ik niet bezig met ‘het waarom’ van de dingen. Nee, een gevoel van welbehagen ontstaat juist door al die ervaringen in de natuur. Ik ga er geheel en al in op.
Blijven
Op een van mijn wandelingen, vlak bij een klooster, zie ik een prachtig beeldje. Het is een ranke gestalte en eronder staat de tekst ‘der weg ist das ziel’. De figuur wijst met beide armen in de richting waarin ik loop. Het voelt als een reminder, een boodschap: stop met zoeken en het leven naar je handzetten, ontspan maar op je pad, hier ben ik. De kloosterwaarde Stabilitas gaat hier ook over: blijven op mijn pad. Niet weer een nieuw idee volgen, niet wegdrijven, maar het doorzien van het ‘gebabbel’ van mijn persoonlijkheid. Het ego wil namelijk het liefste weg bij alles wat niet comfortabel is en gaat repeterend denken, moeten en streven. Dat is hard werken en kost veel energie. Vol vertrouwen en geduldig volhouden,
dat vraagt Stabilitas van mij.
Beleven
Thuisgekomen lees ik op internet dat de tekst wordt toegeschreven aan Confucius, een Chinees filosoof (551 v. C). De weg zelf is je bestemming, luidt de uitspraak eigenlijk. De vertaling in ‘bestemming’ roept meer diepte op dan het woord ‘doel’. Ja inderdaad, tijdens die wandelingen ervaar ik mijn bestemming. En die klinkt als: het eenvoudig beleven van dat wat er is. Wát dat dan ook is: angstig zijn tijdens een afdaling, gelukzaligheid, kilte, enzovoort. Zonder onderscheid laat ik de dingen door mij heen gaan en hecht me er niet aan.
Het goede
Ik denk terug aan de colleges ‘Natuurmystiek van Thomas Merton’ door Kick Bras. Cisterciënzer monnik Thomas werd geïnspireerd door de natuur (zijn ware ik vond hij als hij keek naar de vogels) en ook door het Confucianisme met het daarbij horende begrip Wu Wei. Dit begrip betekent volgens hem: “Niet-doen, niet-handelen, niet uitzien naar resultaten en je bezighouden met het bewust uitstippelen van plannen of met opzettelijk georganiseerde pogingen.” Hij schrijft hierover: ”Als iemand in harmonie is (…) dan komt het antwoord vanzelf en wel op het moment waarop gehandeld moet worden, en dan handelt men niet volgens een menselijk en zelfbewust patroon, maar volgens de goddelijke en spontane modus van het Wu Wei (…), de bron van al het goede.”* Bras voegt daaraan toe: ”Het gaat over het leven vanuit Wu Wei. Leg dus geen claim op het leven, volg het waaien van de goddelijke geest.’
Aanwezig zijn
Na mijn vakantie triggert de dynamiek van het dagelijks leven het doelgericht bezig zijn. Ongemerkt geeft dat spanning, zowel mentaal als in mijn schouders. De foto van het beeldje en de tekst staan voor me op mijn bureau als her-in-nering. Het leven vraagt van mij dat ik al lopend in Stabilitas mag zijn. Aanwezig zijn in het moment. Telkens nieuw opengaan. In het vertrouwen dat wat dan ontstaat, het goede is.